Details van dit toneelstuk

ALS DAT MAAR GOED GAAT (WENN DES BLOSS GUAT GEHT)

10351 Blijspel in drie bedrijven, door Ulla Kling, vertaling Huib Drukker, 4 dames, 4 heren

Hartsvriendinnen zijn ‘t nooit geweest, de twee kersverse grootmoeders. En nu, ten huize van het jonge paar, dat hen hun eerste kleinkind geschonken heeft, stijgt de rivaliteit ten top. En de komst van grootvader vermag de ongezellige sfeer er niet beter op te maken. Maar, nog niet genoeg ellende, plotseling staat ook nog Rutger op de stoep, de broer van de gelukkige vader. Een regelrechte goeroe, die vanaf dat moment ongegeneerd midden in de kamer op de grond gaat zitten mediteren. Maar de rapen zijn pas echt gaar, als hij daarbij gezelschap krijgt van z’n al even mesjogge vriendin. In de relatief kleine woning wordt het leven door dit alles gaandeweg steeds ondraaglijker. En in die toestand treft de nog jonge pastoor deze familie aan, als hij komt om het doopfeest van de nieuwe wereldburger te bespreken. Hij proeft de onvrede, voelt hoe gespannen de onderlinge relaties zijn en komt tot, ‘t besef, dat hier een taak voor hem als zielzorger is weggelegd. Echt ‘n stuk, om de hele avond, met een brede smile op je gezicht van zitten te genieten.

Waarom Toneeluitgeverij Vink?