Details van dit toneelstuk

Gerard Verbeek, zakenman in ruste, woont met zijn vrouw Trudy in een appartement op de bovenste etage van een flatgebouw in een grote stad. Elke donderdagmiddag gaat hij biljarten. Uitgerekend dan komt de buurjongen, Fred van Dam, student informatica, de spullen terugbrengen die zijn moeder, Vera van dam, weduwe, heeft geleend: een pakje soep, een blikje koffiemelk enz. Trudy is aanvankelijk wel gecharmeerd van de jongen, maar al spoedig blijkt dat hij helemaal niet komt voor een gezellige babbel met de buurvrouw. Als Trudy daar achter komt is het te laat en nemen de zaken een dramatische wending. Aan inspecteur Harry Landzaat en zijn assistente Jopie Schoonhoven de taak uit te zoeken wat er werkelijk is gebeurd.