Drie vrouwen zijn in het ziekenhuis opgenomen voor een behandeling tegen kanker. Greet is oud en levensmoe en haar einde is nabij. Lucy houdt zichzelf in alle opzichten voor de gek. En dan is er Marleen, hopeloos optimistisch, bemoeizuchtig en praatziek, maar met een hart van goud. Ze moeten niet alleen de onzekerheid over hun gezondheid het hoofd bieden, maar ook de onvermijdelijke geheimzinnigheid en halve waarheden van familie en verplegende staf. Marleen zorgt ervoor dat de sfeer in de ziekenhuiskamer opgewekt blijft, iets wat haar heel gemakkelijk afgaat. Zij bemoeit zich al gauw met het privéleven van de anderen en hoewel ze er soms knettergek van worden, is hun verblijf in het ziekenhuis daardoor veel minder saai dan het zonder haar geweest zou zijn.