Details van dit toneelstuk

Going Down is een psychologische tragikomedie die zich afspeelt in een lift die vastloopt op een zaterdagavond even voor het sluitingsuur van een groot warenhuis.

In de lift zitten vijf mensen. Emma en Willem Roderick Philipson, Lies Wiersma, Michiel Janssen en Arie vd Putte. Deze laatste, de nachtportier, verschijnt pas later op het toneel als hij probeert hen te redden.

Dit blijkt niet zo’n goed idee, ook hij zit vast.

Om de tijd te verdrijven tot zij uit hun benarde positie worden bevrijd, verzint Emma een bezigheid voor de gevangenen van de lift. Ieder moet zich voorstellen, waarop de anderen hem of haar twee vragen mogen stellen. 

Dit spelletje blijkt in de praktijk nogal confronterend voor vrijwel elke deelnemer. Zo af en toe lopen de emoties dan ook hoog op. Zo vertelt Emma dat ze eigenlijk, terugblikkend veel meer had verwacht van haar leven, maar dat werd geblokkeerd door haar huwelijk met Willem Roderick en de zorg voor haar gezin.

Door externe factoren heeft het leven van Lies een wending genomen waarvoor Willem Roderick verantwoordelijk blijkt te zijn. Michiel is van huis weggevlucht en heeft zijn studie af moeten breken omdat zijn vader hem niet wenst te accepteren zoals hij is en heeft hem dat (te) hardhandig duidelijk gemaakt. Hij kan niet accepteren dat Michiel homofiel blijkt te zijn. 

Willem Roderick zelf neemt ook nog eens grote risico’s door Michiel zijn pistool te ontfutselen. Bovendien wordt hij geconfronteerd met zijn verleden door de uitlatingen van de beide vrouwen.

Maar gedurende hun gedwongen verblijf in de lift ontwikkelen zich vriendschappen en krijgt men begrip voor elkaars situatie. Men zoekt gezamenlijk naar oplossingen tussen het zoeken naar een mogelijkheid om de hulpdiensten te waarschuwen en te ontsnappen uit een penibele situatie. Daarbij ontvangen zij hulp uit een wel erg onverwachte hoek. Onder het motto “beter één vogel…” Zijn we getuigen van de ups en downs van vijf tot elkaar veroordeelde mensen, hangend tussen hemel (als ze vallen) en aarde (met alle problemen van dien).

Of vinden zij gezamenlijk ook oplossingen?