Details van dit toneelstuk

De boeren in de Achterhoek hebben het moeilijk, de meesten zijn al overgegaan naar alternatieve mogelijkheden. Zo zijn er in korte tijd pannenkoeken-, recreatie-, ijs-, zuivel-, kaas-, zorg- en sportboerderijen als paddenstoelen uit de grond gekomen. Ook Hendrik en Berend Vroeg in de wei hebben het roer om moeten gooien. Hendrik, bekend als de “spruitenboer”, wil nog niet opgeven, maar zijn broer Berend ziet wel wat in een logeerboerderij, waar de mensen nog kennis kunnen maken met het boerenleven.

Ze hebben Stina in dienst genomen die intern op de boerderij woont, en voor het huishouden zorgt, en op de opkamer in de bedstee slaapt. Ook haar dochter Marieke wordt ingezet als het druk wordt.

Ook verhuren zij een caravan, die op het erf staat, aan een student natuurkunde, die paddenstoelen wil gaan bestuderen.

Voor de boodschappen aan huis zorgt Dammes met zijn SRV-wagen. Omdat hij bij iedereen over de vloer komt is hij goed op de hoogte van het wel en wee van de buren. Voor de orde en handhaving op het dorp zorgt Guus die als BOA de zaken goed in de gaten houdt. Vooral als er twee jongedames arriveren om te logeren is hij extra waakzaam. Ook Joris is hierdoor in zijn nopjes, want hij staat te popelen om de jongedames alles te vertellen en te laten zien over paddenstoelen die in deze streek veelvuldig voorkomen. Maar het dorp sukkelt in slaap, de winkels hebben geen klandizie meer en ook de kroeg wil er mee stoppen. Er wordt dus een plan gemaakt om het dorp te redden.

Stina de huishoudster wil ook wel eens een verzetje, en die nodigt zo nu en dan en paar vriendinnen uit het dorp uit om de nieuwste roddels uit te wisselen. Dat geeft natuurlijk de nodige commotie op het dorp. Iedereen verdenkt iedereen, maar als puntje bij paaltje komt blijkt dat iedereen toch weer graag door dezelfde deur wil gaan.